Gekantklost of handgeborduurd randje aan het 1e babysokje.
javok
Beantwoorden
Gekantklost of handgeborduurd randje aan het 1e babysokje.
Kabouter met gonorroe.
Product van de verledenertijd van doen.
Een verzelfstandigd naamwoord dus.
Verleden tijd van urn.
2 betekenissen
1: Amsterdams grachtengordeldiertje. Vooral populair bij kinderen met bakfietsen omdat hij graag meerijdt in de bakken.
2: Gazon op een grachtengordeldak.
Een pronte vrouw die zinderend een man berijdt. Eventueel met laarzen aan.
Geluid dat een vogel met de hik maakt.
Je zus, na een geslachtsoperatie.
Vleesloze frikandel. Er worden er veel gebakken maat nauwelijks verkocht.
Bij voorbaat bijna blozen omdat iemand misschien ziet dat je een jeekje gebruikt. De ‘z’ duidt op de vrouwelijke vorm.